HierNAH
  • Home
  • Nahvertellen
    • Nahgenieter - José
    • Nahpartner - Erika
    • Nahgeslacht - Kanoa
    • Nahgeslacht - Dyaluna
    • Nahgeslacht - Sueña
  • Ervaringsdeskundigheid
  • Nahder bekeken
    • NAH- links
  • Caminahr
    • Wat?
    • Waar?
    • Waarom?
    • Nahvrienden >
      • Nahcompetitie >
        • Fotos 1
        • Fotos 2
        • Fotos 3
        • Fotos 4
        • Films
      • Veiling
      • Radio/TV
  • Gastenboek
  • Meer...
    • Contact
    • NAHslag

Willen en Kunnen

11/7/2012

15 Comments

 

Ik kan willen

Ik wil kunnen
Maar tussen willen en kunnen
Zitten te veel verschillen

Ooit beschreef ik mijn zoektocht (en frustratie) met deze vier kinderlijk eenvoudige zinnen. Nog altijd schieten ze geregeld door mijn hoofd. Op momenten waarop ik me zielsgelukkig voel… De momenten wanneer willen en kunnen samenkomen. Op momenten waarop ik me ellendig voel, niet nuttig of zelfs overbodig… De momenten wanneer willen en kunnen ver uit elkaar liggen. Wanneer ik mijn beperkingen ervaar.

Wat wil ik?
(Te) lang heb ik het kunnen in dienst gesteld van het willen. Het uitgangspunt was dan: Wat wil ik? En dan startte de zoektocht naar de wijze waarop ik dit dan zou kunnen. Willen kunnen dus. Hersenletsel laat zich echter niets opdringen. Maar al te vaak hoor/lees ik over revalidatie/herstel als zou dat alleen lukken als je echt graag wil. “Ik wilde dit zo graag, daarom is het gelukt en kan ik nu weer…” of “Het was keihard vechten, maar mijn wil was zo groot, dat het gelukt is, daarom kan ik nu weer…”, enzovoort.

Ik ben er steeds meer van overtuigd geraakt, dat het helemaal niets met willen te maken heeft. Het kan of het kan niet. De mogelijkheden voor herstel zijn er of zijn er niet. Punt. De wil zou het hooguit kunnen bespoedigen, maar zou er net zo goed voor kunnen zorgen dat door bijvoorbeeld overbelasting het herstel juist zou vertragen.

Ik zou me dus niet de vraag moeten stellen: “Wat wil ik?”, maar “Wat kan ik?”

Wat kan ik?
Hoe kan ik het willen in dienst stellen van het kunnen? Wil ik het willen in dienst stellen van het kunnen?? Ik heb geen keuze. Mijn hoofd geeft me geen ruimte om het anders te doen.
Door de ervaringen van de afgelopen jaren en uiteraard het revalidatietraject, waarbij ik vooral inzicht heb gekregen in de belastbaarheid en de (on)mogelijkheden, lijk ik steeds beter te weten wat ik kan en onder welke voorwaarden.

Deze vernauwing van mijn keuzemogelijkheden confronteert mij op pijnlijke wijze natuurlijk ook met mijn onmogelijkheden. Pijnlijk, omdat mijn willen zich vooral in dat gebied afspeelt. Met Erika en de kinderen spontaan iets leuks doen. Naar de film. Uit eten. Een dag met vrienden of familie. Mijn kinderen zien (en horen) optreden. En zo kan ik nog wel even doorgaan… (Ik heb het dan nog niet eens over mijn maatschappelijke rol, laat staan mijn participerende rol als “hard werkende Nederlander”).

Hierin ervaar ik mijn beperkingen. Ik wil iets, maar kan het niet. (Dat is dus iets totaal anders dan: ik kan iets, maar wil het niet! – Een gedachte die vaak bij me opkomt als ik de heren politici hoor spreken over mensen die niet meedoen [lees: werken]. Het is niet (altijd) een kwestie van willen, maar van (niet) kunnen).

Mijn Willen en Kunnen liggen vaak (ver) uit elkaar. Aan mij om die twee grootheden samen te brengen.. Willen en Kunnen.
Het kunnen ligt (nagenoeg) vast. Het willen is flexibel. Dat heb ik de laatste jaren al wel verschillende keren ervaren. De zoektocht gaat dus verder… in een andere richting (met een ander kapsel ook ;-) ). Een zoektocht naar hoe ik het (kunnen) zou willen...

De uitdrukking “Waar een wil is, is een weg”, lijkt me dan ook aan vervanging toe. Mijn idee:

"Waar m’n weg is, is een wil!”


Buen Camino!
15 Comments

TOPSPORT!!!

9/16/2012

3 Comments

 
22 jaar had ik er met alle ziel en zaligheid –vooral– enorm veel plezier aan beleefd. Maar na de geboorte van mijn zoon (Kanoa) wilde ik er een tijdje tussenuit. Geen verplichtingen. Geen avonden weg. Geen zondagen “kwijt”. Gewoon tijd maken om met ons prille gezin tijd te besteden aan elkaar. Ik wist het zeker… Ik stop met voetbal… Nou ja, tijdelijk… Misschien.

De definitieve keuze werd uiteindelijk voor mij gemaakt… Door hèt ongeluk moest ik definitief afscheid nemen van een van mijn grootste passies.

4 jaar later, stond ik opnieuw op het voetbalveld. Niet voor mezelf, maar voor mijn zoon en zag ik dat Kanoa heel veel kwaliteiten had, maar voetballen?? Nee. Helaas (hoewel ik de voetbalcultuur nooit helemaal heb gemogen. Wat dat betreft vond ik het prima dat hij na 3 trainingen besloot dat langs het veld spelen misschien nog wel leuker was dan op het veld). Hij wilde niet meer. Hij stopte.

Er gingen jaren voorbij zonder bal. Totdat vorig jaar opeens de vraag kwam: ”Mag ik op voetbal?”

Omdat bij zijn voetbalclub, net als bij alle andere, de lagere teams vooral afhankelijk zijn van de welwillendheid en betrokkenheid van ouders, stond ik enkele weken later op zaterdag langs de lijn te coachen en op woensdagavond mee te helpen bij de training. Niet veel later volgde ook de maandagavond. Een groot deel van mijn energie (en dat is al niet zo veel tegenwoordig) stak ik in het team. Al vrij snel kwam ik tot de conclusie dat het eigenlijk niet ging. 3 dagen per week… Ik moest opnieuw afscheid nemen van een van mijn grootste passies.

Aan het eind van het seizoen (“als je ergens aan begint…”) nam ik met pijn in mijn hart afscheid van “mijn” jongens, van mijn voetbal. Het ging gewoon niet. Hoe graag ik het ook wilde. Die 3 uurtjes per week op het veld, met alles wat daarbij kwam (als ik het doe…), was gewoon te veel.

Mijn Ergotherapeute concludeerde opgewekt het een moedig, maar onvermijdelijk besluit te vinden. Ze was blij verrast dat het inzicht in mijn (on)mogelijkheden, meer dan 10 jaar later, mede dankzij de revalidatie, blijkbaar toch was verbeterd.

En het was goed…

Het plezier met de jongens. Weer ergens zinvol mee bezig zijn. Het spelletje. Het begon te knagen…

Ook de zorg om Kanoa, die door zijn hoogbegaafdheid toch een bepaalde aanpak nodig heeft, maar ook andere jongens in het team waar ik mij zorgen om maakte… Het begeleiden van een team is veel meer dan een aantal aanwijzingen geven op een training en/of in de wedstrijd en natuurlijk het spelletje… Het bleef knagen…

De onrust in mijn hoofd die ontstond na het besluit te stoppen, kostte me bijna net zoveel energie als die ik verbruikte toen ik nog bezig was met het team. Inmiddels had ik bij de ergo meer inzicht gekregen in de belastbaarheid en op welke wijze activiteiten in te schalen en in te passen in mijn dagelijkse planning.

Na enkele onrustige weken, besloot ik in overleg met de Ergotherapeute, Erika en natuurlijk Kanoa, uiteindelijk toch verder te gaan. Dat betekende dat mijn planning volledig werd omgegooid voor die paar voetbalmomenten. De dagen dat ik training geef, slaap ik ’s middags een langere siësta en zorg ik dat de rest van de dag rustig verloopt. Die dagen is mijn agenda bijna leeg, om genoeg energie (punten) te kunnen overhouden voor het voetbal. De volgende ochtend plan ik veel rust. Datzelfde geldt voor de wedstrijddagen… Vrijdagavond uitgerust naar bed, zaterdagochtend in alle rust voorbereiden en na de wedstrijd bij thuiskomst direct de siësta. Vervolgens de rest van de dag zo rustig mogelijk houden om de zondag weer enigszins mee te kunnen doen in het sociale leven.

De reacties van ouders en spelers op mijn besluit om toch door te gaan waren hartverwarmend en een stimulans om, ondanks de moeilijkheden die het hebben van NAH en het begeleiden van een voetbalteam met zich meebrengt, na al die jaren weer op mijn manier te kunnen genieten van een van mijn grootste passies…

Een nieuw seizoen, een nieuwe groep, nieuwe regels, nieuwe ronden… nieuwe kansen!

Blijven zien wat wel gaat en zoeken naar mogelijkheden om dat binnen de beperkingen die er uiteraard altijd zijn, toch voor elkaar te krijgen – of het nou gaat om het gezinsleven met mijn vrouw en drie kinderen, mijn dagelijkse bezigheden, mijn sociaal leven, mijn zoektocht naar arbeid of het begeleiden van een voetbalteam – is en blijft TOPSPORT!!!
3 Comments

De Ontmoeting

7/4/2012

6 Comments

 
De datum stond al een hele tijd in de agenda. De oppas was geregeld en de voorbereidingen (voor zover mogelijk) waren, naar later bleek, zorgvuldig en effectief getroffen. De ultieme ontmoeting kon plaatsvinden…

De navigatie was ingesteld en mijn chauffeur* deed haar best om de spanning van wat komen ging uit ons systeem te krijgen… Bob Marley op de radio. Mijn oordoppen gingen in en met gesloten ogen – half slapend om energie te sparen – gingen we, de per email ontvangen aanwijzingen volgend, op weg.

Na een aantal tests (op het gebied van richting en coördinatie) bereikten we enigszins laat de bestemming. De “portier”** gaf de laatste aanwijzingen en nadat we de parkeerplek hadden gevonden, liepen we door de regen naar het statige gebouw waar de ontmoeting zou plaatsvinden. De Pastorie van een oude kerk dat tegenwoordig onderdak biedt aan een vijftal instellingen. Waarvan één deze dag de ruimte ter beschikking had gesteld voor deze belangrijke ontmoeting.

Zijn we nog op tijd? Is iedereen er? Zal het lukken?
Vragen die door mijn hoofd spookten, maar veel tijd voor hersenspinsels kregen we niet. Na het codewoord te hebben bevestigd, werden we met een vriendelijke glimlach ontvangen. “Welkom, jullie zijn nu compleet…” “Volg mij maar…”

Eenmaal binnen leidde een labyrint van gangen, deuren, binnentuinen, vergaderruimtes, keukens en andere kamers naar de laatste gang. Het uitzicht op de kerkbanken, het altaar en de beelden gaf een mystieke sfeer aan de laatste stappen richting de deur waarachter het zou gaan gebeuren. “Was ik er al klaar voor?” Eigenlijk wilde ik bij aankomst nog eerst een rondje lopen om mijn hoofd rustig te krijgen, maar de regen had dat onmogelijk gemaakt. De deur zwaait open en dan…

Vanaf de vergadertafel, in het midden van het vertrek, staarde iedereen onze kant op. Ze waren er, op één afmelding na, allemaal…
“De Lange Blonde” (zonder haar vaste metgezel Lola), “de Bijrijder”, “de Mafkees” met zijn rechter (en linker) hand, “de Worteltjesstaart”, “het Lichtpunt”, en natuurlijk – met hoed en zonnebril – “de Kapitein”.
Alleen “het Achterwerk” had afgezegd. Was ook wel te verwachten. Er zijn maar weinig mensen die ooit haar voorkant zagen.***

We konden eindelijk beginnen…

De NAHtweetup!!!


“Gewoon” een bijzondere ontmoeting met bijzondere mensen. Ieder op zijn eigen manier bezig het leven met NAH vorm te geven. Niet meer en zeker niet minder!!!
Een kijkje in de ogen en de harten van mensen die ik (via twitter), nu nog meer, energie, tijd en ruimte in mijn leven gun!

Ondanks alle verschillen, was er één bindende factor… Herkenning!
Maar dat kan ook niet anders, we zijn allemaal… TWITTERAARS   ;-))



* Mijn vrouw, Erika
** Annemiek (stichting Cerebraal)
***Respectievelijk Lizanne, Bart, Gerard en zijn vrouw Hannie, Marianne, Marloes, Ragna en Carla.
6 Comments

De klim omhoog is ingezet...

5/16/2012

3 Comments

 
Waarom ben ik hier in hemelsnaam aan begonnen? Heb ik dit wel ècht nog nodig? Na al die jaren heeft dit toch geen zin meer? Enzovoort, enzovoort. Het is wel duidelijk dat de ergotherapie op z’n zachtst gezegd enige weerstand bij me oproept.

Ik ben hier (min of meer) vrijwillig aan begonnen en was overtuigd van de noodzaak en positieve resultaten van de ingeslagen revalidatieweg. Gedurende de afgelopen weken werd dat enthousiasme dag na dag volledig in puin geslagen.

Bij elke beweging (en zelfs als ik niets deed) werd ik gedwongen om heel bewust bezig te zijn met hoeveel energie c.q. punten dit mij kostte of opleverde. Sterker nog… De avond er voor zelfs een planning maken voor de volgende dag, rekeninghoudend met het aantal te verdelen punten.

Al snel werd duidelijk dat ondanks onze inspanningen van de afgelopen jaren om het familieleven met NAH enigszins leefbaar te houden, opnieuw de kaasschaaf moest worden ingezet om er voor te zorgen dat ik ook (of juist) op langere termijn energie blijf houden en dus niet telkens over mijn grenzen ga, afbrand en opnieuw moet beginnen.

Wat dat betekent voor o.a. ons samen-zijn, heeft Erika prachtig beschreven in haar laatste blog.

Wat dat voor mezelf betekent, is niet zo eenvoudig uit te leggen. Aan de ene kant ondervind ik altijd de gevolgen van dat samen-zijn en daardoor is het voor mezelf soms makkelijker om ergens niet naar toe te gaan of aan mee te doen. Aan de andere kant is dat iets wat raakt aan mijn “zijn”.

Ik ben graag bij mijn gezin, familie en vrienden. Ik ben een gezelschapsdier. Ik ben betrokken, enthousiast, ambitieus, nieuwsgierig. Ik hou van uit eten gaan, feestjes, levendige discussies, verhalen van anderen, politiek, voetbal, enzovoort. Ik help anderen graag, sta altijd klaar voor iedereen. En geniet ook van de levendigheid, van mensen om mij heen.

Maar…

Juist die zaken die verbonden zijn met dat deel van mijn karakter, mijn persoonlijkheid, die zorgen voor de meeste problemen (ik kan het wel uitdagingen noemen, maar ik noem het beestje gewoon bij de naam!).

Mijn hoofd (NAH) kan niet wat mijn hart wil…

Ik word dus gedwongen een ander te ZIJN. Wat en hoe ik ben, kan ik met mijn hoofd niet meer volhouden. Ik moet nu dus (nog) vaker nee zeggen. Van tevoren alles plannen en geregeld zaken langs me heen laten gaan… Veel rust inbouwen... Duidelijk rationeel de grens bepalen, want gevoelsmatig lukt dat niet meer.

Wat blijft er over na al die jaren schaven? Wat heeft mijn leven nog voor zin als ik een rol speel die niet de mijne is?

De afgelopen weken heb ik in een behoorlijke dip gezeten…

Anders dan anders liet ik het dit keer toe. Ik had er ook geen energie meer voor om het te verbergen (“struisvogelen” zoals Ragna het laatst noemde) . Natuurlijk deed ik buitenshuis (of als we bezoek hadden) mijn best, maar enig enthousiasme van mijn kant was ver te zoeken. Om het binnenshuis leefbaar te houden hield ik me de afgelopen weken wat afzijdig. Onder de kop “Rust” was dat twee vliegen in één klap.

Hoewel de situatie niet is veranderd – en waarschijnlijk ook niet meer zal veranderen – ondervind ik nu wel ook de positieve uitwerking van die ellendige puntentelling. Mijn lontje is weer aangegroeid, heb meer rust in mijn hoofd en ook de positieve gedachten en gevoelens beginnen de overhand te krijgen. De liefde van mijn gezin, de reacties op o.a. twitter, maar ook gesprekken met m’n broer en  een lieve mail van een “vakbondgenoot” deden me goed.

De winst van Real op Barça en de val van het kabinet, gaven me het laatste duwtje omhoog… ;-)

Het diepste punt ligt achter me. De klim omhoog is (weer) ingezet…
3 Comments

Er zullen er nog vele volgen...

3/4/2012

2 Comments

 
De uitslag van het Neuro-psychologisch onderzoek (NPO).

Enigszins gelaten lopen we het kantoortje binnen en nemen plaats. De charmante medisch psychologe heeft zich op de gelegenheid gekleed: zwart.

Met dezelfde kleur vat ze het rapport voor ons samen op het whiteboard. De verschillende hoofdfuncties van de hersenen en de daarbij behorende deelgebieden, worden netjes onder elkaar opgesomd. De zwarte stift gaat neer. So far so good!

Ik verwacht zelf niet zo veel van het onderzoek. Ik heb zelf het gevoel dat ik, in tegenstelling tot de gouden tip, het onderzoek erg goed gemaakt heb. Soms moest ik gokken en vaak gokte ik dan goed. “Niet mijn best doen” zit blijkbaar niet in mijn systeem. Ik vraag me ook echt af hoe ik dat had moeten doen… en waarom?

Ik wil juist graag weten waar ik aan toe ben. Ik ben niet afhankelijk van enige conclusie ten aanzien van mijn situatie. Ik wil graag duidelijkheid. Wat gaat er mis en waarom?

Nu, hier in dit kantoortje, begint een belangrijkere vraag zich op te dringen: “Hebben ze überhaupt iets gevonden dat mis gaat in mijn hersenen?” Ik hoop natuurlijk dat ze wat gevonden hebben. Aan de andere kant hoop ik dat ze niets gevonden hebben. Dat ik het me allemaal inbeeld. Dat het psychisch is en ik daarvoor behandeld kan worden. Dat er een lang gevecht volgt, maar dat ik uiteindelijk weer “gewoon” dat kan doen wat iedereen voor gewoon houdt, zonder bij alles rekening te moeten houden met dat hoofd van mij. Ik zou er zelfs wel wat ledematen voor over hebben…

Het zwart stopt. De rode stift wordt er nu bij gepakt. Daarmee wordt aangegeven wat er mis gaat… Mijn twijfel is al snel overboord. Meer, veel meer dan me lief is. Meer ook dan ik tot dat moment voor waar had aangenomen. Pijnlijk helder en met een verbijsterende precisie wordt het tot dan nog zwart-witte vlak rood gekleurd.

Met enige moeite slik ik de opkomende tranen weg en probeer ergens tussen de voorbij flitsende gedachten en het vertroebelde beeld van het bord, deze hoopvernietigende boodschap te laten bezinken. Ik voel me een enorme mislukkeling. Tegen beter weten in heb ik de afgelopen jaren geprobeerd, dat wat ik eigenlijk al wel wist en voelde, te negeren of te ontlopen. Ik heb in de afgelopen jaren allerlei instanties, bedrijven en mensen, de schuld gegeven van mijn falen. Ze begrijpen me niet, dat geldt niet voor mij, maar ik zal laten zien dat.., enzovoort.

Natuurlijk wordt er niets nieuws gezegd. Ik weet dit allemaal al. Ik beleef het dag in dag uit. En juist daarom voel ik plotseling een enorme opluchting. Ik ben niet gek. Ik beeld het me niet in. Ik veins niets. Het NPO-rapport toont exact dat aan waar ik in het dagelijks leven tegen aan loop. Zwart op wit (en op de door mij genomen foto van het whiteboard ook rood).

Het voelt als een examenuitslag. Een hele bijzondere… Gezakt (veel rood) voor mijn hersendiploma, maar wel het NAH-certificaat behaald. Ik heb nu de duidelijkheid waar ik de afgelopen 11 jaar naar opzoek ben geweest. Dat het duidelijker is dan ik mij had voorgesteld, is pijnlijk, maar ook rustgevend. Nu kan ik eindelijk afscheid nemen van mijn oude ik (Die had ik lang geleden als vermist beschouwd, maar nu blijkt hij al een tijdje begraven te zijn).

Ik schreef ooit: “tussen kunnen en willen zitten te veel verschillen”.
Nou, dat kunnen is nu wel duidelijk geworden!  ;-)

De volgende stap zal zijn om met dat “kunnen” nog een manier te vinden waarin er nog ruimte is voor mijn “willen”. En andersom.Ik hoop dat de voorgestelde ergotherapie ook daarin een steetje kan bijdragen.

Meer opgelucht dan teleurgesteld, meer blij dan verdrietig, nemen we opnieuw afscheid. Niet als een ander mens, maar wel met een ander, duidelijker beeld van mezelf.

Een belangrijke volgende stap in het leren leven met NAH is gezet. Er zullen er nog vele volgen…
2 Comments

Schip Ahoi!

2/24/2012

0 Comments

 
@nahgenieter – José Espínola: “@RagnaJa Feestjes, afzwemmen van kinderen, vakanties, winkelen, enz: het is niet meer vanzelfsprekend met NAH. Nee zeggen is onvermijdelijk, maar blijft pijn doen. Went niet. #shon”

Het kan raar lopen… Tijdens een werkconferentie van de SHON (Stichting Hersenletsel Organisaties Nederland) reageerde ik met bovenstaande tweet via Twitter op een stelling of tweet. Blijkbaar heeft ie samen met een reactie van Ragna (een andere twitteraar) indruk gemaakt, want niet veel later werd ons gevraagd of de tweets gebruikt mochten worden in het verslag en de diverse folders/flyers die daarnaar refereerden. Dat vond ik uiteraard geen probleem en vond het zelfs een eer , hoe dubbel ook, om hiermee genoemd te worden.

Tot mijn grote verbazing, maar ook vreugde, werd ik kort daarna uitgenodigd voor de volgende SHON bijeenkomst in een nieuw onderkomen in Wageningen. Onder het gebruikelijke voorbehoud gaf ik aan graag op de uitnodiging in te gaan. Een, na later bleek, uitgelezen kans om wat mensen “in real life” te spreken en te zien, die ik inmiddels al via Twitter had leren kennen.

Naar mate de datum dichterbij kwam, begon ik me steeds meer af te vragen of ik daar wel naartoe zou moeten. Wat moet ik daar? Wat kan ik daar? Houd ik het wel vol? Wat levert het mij op? Enz. Het “in real life” kennismaken met mensen trok me over de streep. Ook het feit dat enkele bestuursleden (Henk Bor en An Cremers) ook aanwezig waren geweest bij de benefietwedstrijd, die Erika met enkele anderen georganiseerd had voor mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostela, CAMINAHR, gaf een extra duwtje in de rug.

Na een rondje handjes schudden, de “bekenden” te hebben begroet en een persoonlijke knuffel (verzoekje van mijn vrouw) aan Henk te hebben gegeven, zoek ik een plekje uit en ga zitten. We beginnen…

An start de bijeenkomst met een inleidend verhaal over de SHON en haar 21 jarig bestaan. Dan is het de beurt aan Jos Berends en Marjan Hurkmans voor de Kick-off van het project “Kwaliteit van hersenletselzorg in beeld”. Na een mooie, visuele persoonlijke introductie van de “ijsberg” en de “spin in het web”, gaan we in groepen uit elkaar om een start te maken met de uitgangspunten van het project: In nauwe samenwerking met alle partijen in het NAH-veld, kwaliteitscriteria voor NAH-zorg te ontwikkelen vanuit cliëntenperspectief.

Vooral dat laatste zet me aan het denken… Cliëntenperspectief. Ik ben daar uiteraard groot voorstander van. Eigen regie of zoals Ragna dat zo mooi verwoordde: “Captain of my ship”.

Dat wil toch iedereen?? Maar kan ik dat ook? Ben ik instaat om de voor mij juiste koers te varen?

De afgelopen jaren heb ik dat, met behulp van mijn omgeving en mijn vrouw in het bijzonder, geprobeerd. Met al onze ups en downs hebben we al een aantal oceanen bevaren, stormen getrotseerd en prachtige zonsop- en ondergangen kunnen ervaren, maar nog steeds is er geen “Land in zicht”.

Ik heb (wij hebben) behoefte aan de onvermijdelijke eerste stuurman! Diegene aan het roer die op basis van zijn kennis en instrumenten een koers kan bepalen. Mocht ik als kapitein toch besluiten een andere richting op te gaan, dan verwacht ik van hem (of liever, haar ;-)  ), net als bij een Tomtom, een alternatieve route. Nog steeds vanuit de kennis en instrumenten die hij/zij tot zijn beschikking heeft. Zonder map en zonder kompas of gps ben ik op openzee stuurloos.

Mijn voettocht naar Santiago heeft mij ook dat geleerd. Loslaten... Ook het roer... Wel de eindbeslissing kunnen en willen nemen over welke (alternatieve) koers uit te zetten, maar niet het (voor-, zoek-, en plan-) werk doen. Vooral niet!

Kan en wil ik een bijdrage leveren aan het project met dit persoonlijk inzicht? Willen zeker, maar kunnen???

Het contract tussen SHON en Vilans (de partijen die het project gaan uitvoeren) wordt getekend en dan is er lunch/pauze.
Hoewel ik graag met Marloes en Bart (twee Twitter-bekenden) zou willen spreken, loop ik naar buiten om even uit te waaien. Ik sla de lunch maar even over en probeer tijdens een wandeling weer wat rust en energie te tanken. Voor deel twee.

Voordat we verder gaan met het programma heb ik bij binnenkomst nog even de tijd om voornamelijk Marloes en Bart kort persoonlijk te kunnen spreken. Ondanks dat we elkaar nog nooit gezien of gesproken hebben, voelt het alsof we elkaar al jaren kennen. Vertrouwd, familiair haast. Neef en nicht van mijn NAH-familie. Het hoogtepunt van de dag!

Deel twee gaat bijna volledig aan me voorbij… Veel informatie, veel praatjes, veel (nieuwe) initiatieven in NAH-land, veel, heel veel woorden, zinnen, verhalen. Te veel…

Twee dingen vallen me op:

Ten eerste:
Er zijn ongelooflijk veel individuele stichtingen, samenwerkende stichtingen, koepels en koepels van koepels van stichtingen die zich bezighouden met NAH en alles wat daarbij hoort. En het lijkt alsof elk orgaan het eigen wiel aan het uitvinden is of inmiddels heeft uitgevonden. Overal wordt ingesprongen op hiaten, kansen en gaten in de markt. Want dat is het natuurlijk ook. De NAH-markt. Of beter gezegd: de NAH-markten. De cliënt of consument is alleen nog niet instaat om te bepalen op welke markt hij de waren moet halen.

Ik hoop dat uiteindelijk samenwerking van de verschillende organen leidt tot één heldere routekaart. Zodat alle Kapiteinen op hun eigen schepen meer, beter en sneller inzicht krijgen in de te volgen koers en de eventuele alternatieven.

Ten tweede:
Op een gegeven moment wordt tijdens een discussie gesteld dat het wenselijk/noodzakelijk zou zijn om ook NAH-ers (ervaringsdeskundigen) in de stichtingsbesturen te krijgen. Een uitstekend idee! Maar hoe dan? Ik wil zeker wel tijd en energie steken in het verbeteren van de NAH-zorg. Heb daar ook wel ideeën voor. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor anderen die met NAH te maken hebben of in de toekomst krijgen. Heel graag zelfs, maar hoe?

In een stichtingsbestuur gaan zitten en al mijn energie aan “vergaderen”, “de papieren werkelijkheid” en “politiek” verspillen? Ik heb daar de kracht* niet voor ;-)  (* energie)

Ik wil heel graag mijn kiezeltje bijdragen, maar door NAH ben ik arbeidsongeschikt verklaard en hoe moeilijk ik dat ook te accepteren vind, is dat niet voor niets…

Met een vol hoofd en een lege batterij neem ik afscheid, benieuwd naar de volgende SHON bijeenkomst en wat ik kan bijdragen… Schip Ahoi!
0 Comments

Samen!

2/7/2012

1 Comment

 
De revalidatie gaat beginnen. Vanmorgen eerst de KiDS naar school gebracht en daarna direct door naar de Revalidatiepoly. Klinkt al echt vind ik! Ik had afgelopen week “24 uur met” gekeken en daarin zag ik Jochem Meijer in een hele herkenbare worsteling tussen het willen en het kunnen. Het ene moment (hyper)actief en op het oog niets aan de hand, het andere gapend of slapend bij te komen van de geleverde inspanning. Ergens tussendoor zie ik hem touwtje springen, op de grond rollen en nog meer fysieke revalidatie oefeningen doen. Bezig er alles aan te doen wat hij kan om “beter” te worden. Dat wil ook! Ik wil ook met een handdoek om mijn nek me volledig kapot trainen om mijn lichaam – mijn hersenen zijn daar toch ook een onderdeel van – tot het uiterste te pushen en zo weer op niveau te komen.

Heb ik hoge verwachtingen? Te hoog, misschien? Ik denk het niet, maar zolang er mogelijkheden zijn, is er hoop. En hoop is een energiegever. Dus kom maar op met die revalidatie!

We melden ons bij de balie. We worden verwezen naar de volgende balie om de hoek. Aan de enveloppe kon ze zien dat we voor de revalidatie kwamen. Heerlijk… zo’n keurmerk.

We melden ons opnieuw en inderdaad nu aan de juiste balie. De gebruikelijke papierwinkel en formaliteiten worden uitgewisseld en dan blijkt dat we nog even geduld moeten hebben. De dame waar we het gesprek mee hebben is later in verband met autopech. Vorige week werd ook al afgebeld, ze was toen ziek. Ik ben al meer dan 11 jaar bezig, dus dat kwartiertje meer of minder…

We zitten geduldig te wachten en jawel, na een minuut of tien staat er een charmante dame voor me met haar hand naar voren uitgestoken… dat moet ze zijn. “Goedemorgen!”

We gaan tegenover haar zitten. Het gesprek verloopt positief. Ze legt rustig uit. We kunnen beide ons verhaal kwijt en hier en daar vraagt of vult zij aan op een manier die enige kennis van zaken doet vermoeden. Het positieve gevoel van eindelijk te kunnen starten blijft.

De laatste 10 jaar passeren de revue en ook in mijn hoofd flitst van alles voorbij. Mijn hoofd loopt inmiddels over en na een uur intensief wroeten en praten wordt het gesprek gelukkig afgerond. We zijn hier zeker op de goede plek!

Conclusie 1: We starten met Ergotherapie. Waarschijnlijk is daar nog wel wat te halen. De energiehuishouding is erg belangrijk en door bijvoorbeeld inzichtelijk te maken wat en hoe die energie wordt opgemaakt, kan ik misschien leren om evenwichtiger om te gaan met dat schaarse goed.

Conclusie 2: We gaan een Neuro-psychologisch Onderzoek (NPO) doen. Deze heb ik 10 jaar geleden ook gedaan, maar om een goed beeld te krijgen waar nu, op dit moment, de beperkingen uit voortkomen, is het verstandig om dit opnieuw te doen. Voor mij dan ook inzicht in hoe ik er nu voorsta.

Conclusie 3: Gezien het verloop van het gesprek lijkt het niet noodzakelijk om een vervolg te plannen met de medisch psychologe. :-(  Kan altijd nog, mocht het tijdens de ergotherapie nodig blijken. :-)

Algehele Conclusie: Als wij zelf ons leven niet zo goed hadden omgebogen naar het zo goed mogelijk omgaan met mijn beperkingen – op welk vlak dan ook – hadden wij waarschijnlijk veel eerder hulp of begeleiding gekregen, omdat we dan veel eerder en veel harder tegen muren waren gelopen. Tja, die trieste conclusie hadden wij ook al jaren geleden getrokken.

Met een goed gevoel nemen we (voorlopig) afscheid en rijden we naar huis. Ik ben moe. Gedachten, verwachtingen, een springende Jochem Meijer, het komt allemaal weer langs. Mijn hoofd zit bomvol. Ik ben blij en verdrietig tegelijk. Blij omdat ik nu gericht kan gaan werken aan mijn revalidatie. En verdrietig omdat ook de vraag bovenkomt: "Wat als ik hier 10 jaar geleden was gekomen?" "Hoe had ons leven er dan nu uitgezien?"  Maar goed, "wat als" bestaat niet. Dus ik ben vooral blij!

’s Middag wordt ik gebeld. De planning wordt toch anders. WTF?! Eerst de NPO en daarna starten met Ergo… Als ik het goed begrepen heb... Ach. Maakt niet uit... Voorlopig. Vandaag is inderdaad die eerste dag van de rest van mijn leven!

Een leven met mijn vrouw ook. Die vrouw die ook vandaag weer naast me zat. Mij altijd steunt waar mogelijk en afremt waar nodig. Ze is er voor me. Altijd!

Vandaag heeft zij zelf een belangrijke dag. Voor het eerst geeft zij een lezing over hoe (anders) te kijken naar kindertekeningen. Ze is er ongelooflijk druk mee geweest. Ze is er helemaal vol van. En ik? Ik ben weer eens moe. Weer eens niet gedacht om iets voor haar te halen. Al is het maar een kaartje. Helemaal niets. Mijn energie was gericht op mezelf. Misschien kan ik ook niet anders door mijn letsel, maar ik zou zo graag ook eens van te voren hebben bedacht wat het voor haar betekent. Dat ik met een bosje bloemen laat weten dat ik ook naast haar zit/sta. Ik zou oppas hebben geregeld en bij de lezing hebben gezeten, net als een aantal vrienden die er gelukkig wel waren. Of na de tijd een briefje op haar kussen hebben achtergelaten… Maar helaas…

Nu mijn hoofd rustig is, en dat is vaak achteraf, weet ik het wel. Heb ik ook wel ideeën, maar dan is het “momentum” voorbij. Dan voel ik me verschrikkelijk egoïstisch en misschien ben ik dat ook wel… Misschien is het gemakkelijk om mij achter het letsel te verschuilen… Ik kan het nu toch ook bedenken!?

Na de lezing ben ik ongelooflijk blij en trots als ik haar enthousiast binnen zie komen. Vol energie en voldoening, maar ik ben weer eens moe. Ik schraap alle energie bij elkaar en breng een vriend naar huis. Als ik terug kom ligt Erika moe, maar voldaan al te slapen. Ik kruip (na het uitkleden en tandenpoetsen) dicht tegen haar aan.

We hebben vandaag beide een grote stap gezet. Hopelijk volgen er heel veel meer… Samen!
1 Comment

Morgen is de eerste dag van de rest van mijn leven…

2/1/2012

3 Comments

 
Elke avond als ik ga slapen vertel ik mezelf een sprookje. Vanaf morgen ga ik het anders doen. Ik doe dit niet meer en ga dan dat doen en misschien dat andere ook nog even, enz. En ze leefden nog lang… Ja hoe lang eigenlijk? Misschien nog wel 50 jaar!!

We hadden laatst verjaardag van de Oma van Erika. 90 was ze geworden. Ik moet nog 40 worden, dus dan zou ik nog 50 jaar door moeten. 50 jaar! Dat is nog een heel leven! Maar op welke manier?

Natuurlijk, na het lopen naar Santiago de Compostela had ik mijn prioriteiten weer eens goed recht gezet. Op één mijn gezin, dan familie en vrienden en ergens helemaal onderaan de lijst bungelend aan een laatste strohalm “werk”. Ik had me er bij neergelegd, dat na 10 jaar vechten het geen zin meer had om mijn tijd en energie te verkwanselen aan iets wat me niet verder bracht, maar juist telkens naar hetzelfde punt terug deed keren. Het punt van de mislukking. Weer enthousiast begonnen en weer niet gelukt. Weer tijd en energie gestopt in alles behalve het belangrijkste in mijn leven, de mensen om mij heen.

Het wandelen had het allemaal in perspectief gebracht. Letterlijk en figuurlijk leef je stap voor stap. Een voet voor de ander. En die moet je zelf zetten, want anders gebeurt er niets. En of je nu “hard” loopt (zoals ik) of heel langzaam (zoals de Duitse en Vlaamse dames van in de 70), of dat je door de scheenbeenontsteking een volledige dag moet rusten, we gaan allemaal dezelfde kant op en bereiken allemaal datzelfde doel. Santiago de Compostela of – in het “echte” leven – de dag dat je omkijkt en beseft dat het voorbij is.

Het gaat niet om dat einddoel, maar om de weg. Om al die voetstappen, al die verschillende wegen, al die verschillende landschappen, al die verschillende weersomstandigheden, al die verschillende ontmoetingen, al die verschillende emoties, enzovoort, enzovoort. En ik heb er ook echt van genoten tijdens mijn wandeling, maar misschien ook wel omdat ik wist dat het einddoel een vastgegeven was. Elke kilometer, elk uur een flink aantal stappen dichter bij Santiago. Elke stap beleef je intenser.

Hoe anders is dat hier en nu? Natuurlijk geniet ik van alle tijd die ik doorbreng met mijn gezin, met mijn familie en vrienden en al die andere mensen om ons heen. Ik geniet van al die grote en kleine dingen die gebeuren of die ik zie. Maar wanneer bereik ik dat einddoel? Hoe lang is die weg? Natuurlijk wil ik meer. Of beter gezegd: wil ik anders.

Ik krijg vaak te horen dat het zo geweldig is dat ik zo positief ben/blijf en altijd doorga. Na elke teleurstelling krabbel ik weer op en sla een andere weg in. Opnieuw proberen. Ook krijg ik geregeld (ook van mensen die dichtbij staan) te horen dat ik moet accepteren hoe het is en juist moet genieten van wat ik heb. En als iets niet gaat (werken, feestjes, enz.) moet ik me er maar bij neerleggen. Neem rust en de tijd en luister naar je lichaam.

Maar hoe lang duurt dat dan? Nog 50 jaar??

Mijn vader is nu met de VUT. Hij had vanaf dat hij kon lopen gewerkt. Zwaar fysiek werk. Na de eerste week thuis begon hij al te zoeken naar een invulling van zijn, meer dan verdiende, vrije tijd, opgebouwd pensioen en natuurlijk rust. Hij kan nu ook luisteren naar zijn lichaam. Het werkt blijkbaar niet zo.

Mijn broer werkt ongelooflijk hard (en ja hij is docent!). Doordeweeks, maar ook in het weekend. Altijd bezig. In zijn vakanties werkt hij alvast vooruit of de laatste zaken weg, in plaats van even bij te komen en te genieten van zijn vrije tijd, eigen dagindelingen en natuurlijk rust. Ook hij kan dan luisteren naar zijn lichaam. Het werkt blijkbaar niet zo.

En zo kan ik nog veel meer voorbeelden geven. Kijk maar naar jezelf…

Inmiddels ben ik al bijna elf jaar aan het luisteren naar mijn lichaam. Datzelfde lichaam dat rust en ruimte nodig heeft, wil ook vooruit. Uitgedaagd worden. Iets betekenen voor anderen, maar ook voor mezelf. Niet (meer) ten koste van alles (lees: mijn gezin), maar het mag van mij wat kosten!

Daarom ook sta ik te springen om opnieuw een poging te doen. Met hulp, want die heb ik echt nodig, van de revalidatieartsen van RMC Groot Klimmendaal sla ik (slaan wij) aanstaande maandag een nieuwe weg in. Wat het me zal brengen weet ik nog niet. Ook niet of het uiteindelijk een doodlopende weg zal blijken te zijn. Wat ik wel weet is dat, al duurt het nog 50 jaar, er geen dag voorbij zal gaan waarin ik opsta en opnieuw probeer…

Morgen is de eerste dag van de rest van mijn leven…

3 Comments

Dag 34 - Wordt vervolgd

5/23/2011

0 Comments

 

Gisteren waren we nog even teruggeweest naar Labacolla voor de stempel in de Credencial (stel je voor dat ik anders de Compostela misloop),want al doe ik het niet voor het papiertje, het heeft wel iets… Zo’n bewijs van goed (Pelgrims)gedrag.

Vanmorgen zijn we met de bus naar Labacolla teruggegaan om van daaruit de laatste kilometers te lopen. Dan heb ik ook echt alle kilometers lopend afgelegd. We hadden ook vanaf het hotel – aan de rand van Santiago – dat aan de Camino ligt kunnen starten, maar dat voelde niet goed. Nu lopen we van Labacolla richting Santiago. Henning loopt iets voor ons (we zagen hem lopen toen we met de bus de andere kant op gingen).

Als we Santiago binnenlopen, zien we hem (natuurlijk)  op het eerste de beste terras aan zijn ontbijtje zitten. We nemen ook een ontbijt en gaan daarna samen richting de kathedraal. Als we bij het oude centrum aankomen nemen we voor even afscheid (hij gaat inchecken in zijn hotel) en vervolgen onze route naar het eindpunt. De ‘magie’ die ik verwachte blijft uit. Het plein voor de kathedraal is bezet door actievoerende jongeren als protest tegen de huidige regering en de werkloosheid.

We gaan opzoek naar het pelgrimscentrum waar de Compostela op me ligt te wachten. De rij is kort en ik ben dan ook vrij snel aan de beurt. Henning en Veronica staan ook al in de rij. Ik ben erg nieuwsgierig of ze hier nog moeilijk gaan doen, maar zonder gedoe ontvang ik de Compostela en koop nog wat kleine exemplaren voor de KiDS. Dan heb ik nog één vraagje: ”Hoe zit dat met de stempels de laatste honderd kilometer? Moet je er dan echt twee per dag hebben?”
“Ja.” Is het antwoord. Ik heb de Compostela gewoon gekregen, maar heb toch echt maar één stempel per dag. Santiago is me weer eens goed gezind!

Zoals ie eigenlijk de hele Camino is geweest: Ik heb fantastische landschappen gezien, geweldige mensen leren kennen, intense momenten beleefd. Het weer is bijzonder fraai geweest. Ik ben dichter bij mezelf gekomen en bij Erika. Ik voel intense gevoelens. Hoe moeilijk het soms ook is geweest, het was precies wat ik nodig had. Mijn hoofd is van hoofdzaak bijzaak geworden. Ik ben meer dan mijn NAH…

De mis, waarvan ik had gehoord dat ze je naam noemden, valt behoorlijk tegen. Het is rommelig in de kathedraal en alleen het land van herkomst wordt gemeld. Na wat foto’s en wat heen en weer ge-sms, verzamelen we op een terras achter de kathedraal om nog een laatste keer samen te eten.

We nemen afscheid. Rafa, Hilde en Anna gaan vandaag naar huis. Angel gaat met de bus naar Muxía om van daaruit naar Finisterre te lopen. Henning en Veronica lopen morgen vanaf Santiago richting Finisterre. Erika en ik gaan naar het hotel om nog even exclusief van elkaar te genieten, voordat we morgen weer naar huis gaan. Naar de KiDS. Naar familie en vrienden. Naar ons nieuwe begin. Ik heb er zin in!

's Avonds eten we tapas, we kopen ringen en champagne ,“trouwen” (na enige vertraging) op de hotelkamer opnieuw en nog veel meer…!

Ik voel me relaxt en bijzonder gelukkig!

Ik heb de Camino gelopen… De 800 kilometer lange weg van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostela, maar ook de weg van mijn hoofd naar mijn hart. De “eLOVEator”!!!

Caminahr is ten einde, maar onze Camino wordt vervolgd…

0 Comments

Dag 33 - Onze Camino

5/22/2011

3 Comments

 
Na een natte nacht (mijn slaapzak is doorweekt) sta ik ’s morgens mijn tanden te poetsen als ik de drie van gisteren de toiletruimte zie binnenstrompelen. De grootste praatjes maker, loopt noodgedwongen zelfs hier binnen met zijn wandelstokken. Hij kan bijna niet lopen… Karma???

Het ontbijt gaat behoorlijk. Ik voel me nog niet echt geweldig, maar denk dat ik het ergste nu wel gehad heb. Het zweetbad heeft me goed gedaan. Als we net weg willen, komen Hilde en Anna binnen. Zij hebben nog niet ontbeten, maar moeten eerst nog pinnen. Dus lopen wij vast verder. “Tot straks.”

En inderdaad. Bij de eerst volgende “Rule nr. 1” komen we allemaal weer bij elkaar. “Hoe is het met je? Heb je gegeten? Heb je overgegeven? Heb je kunnen poepen?” “Ja, hallo. Zullen we het over wat anders hebben… Dank u.” Wel lief die bezorgdheid en de goede zorg. Ik begin langzaam op te knappen.

Ik wil naar Labacolla (daar had ik van Henning goede verhalen over gehoord). Henning uiteraard ook. Rafa en Angel willen niet verder dan O Pedrouzo. De dames twijfelen. Jurgen weet het ook nog niet. Toch loopt hij met Henning en mij mee. De rest blijft nog even zitten. Onderweg krijgen we een berichtje van de dames. Zij blijven ook in O Pedrouzo. Wij zijn het dorp inmiddels al gepasseerd en lopen definitief naar Labacolla.

Al snel merk ik dat de oudjes het toch een beetje ver vinden. Het tempo gaat omlaag en we rusten onderweg. “Had ik maar…”. Maar goed. Ik wil zelf naar Labacolla vandaag, zodat ik morgen vroeg in Santiago aan kan komen. Daarna heb ik tijd om “hier” af te sluiten, de laatste blogs te schrijven en me langzaam voor te bereiden op de terugkomst in Nederland. Ik ben benieuwd of ik de rust die ik nu in mijn hoofd voel kan behouden.

In korte tijd ontvang ik enkele sms-jes van Erika. “Waar zit je?” "Ben je al in Labacolla?” en nog een paar van diezelfde strekking. Ik raak licht geïrriteerd en dat uit zich helemaal als ze me op een gegeven moment ook nog belt! “Ik ben bijna in Labacolla! Ja, ik wil ook graag aankomen bij de herberg. Ik ben ook moe. Nog twee kilometer of zo… Ik laat wel weten wanneer ik daar ben en kan Skypen!”. “Man, man, man. Begint het nu al???” denk ik geïrriteerd.

Vlak bij Labacolla loop ik samen met Jurgen (Henning loopt ergens achter ons) een zandpad in. Ik zie iemand ons tegemoet komen lopen, maar geef er weinig aandacht aan. Dan komt die persoon naar me toe lopen, doet de zonnebril af en dan zie ik dat het Erika is… ERIKA????!!!! Hier????!!!!

"Wat doe jij hier? Waar zijn Tito en de kinderen?” Hè???? Hoe dan????

Ik ben volledig van de kaart. Ik snap er niets van. En heb echt tijd nodig om te schakelen. Of ik mee ga naar haar hotelkamer in Santiago of hier in Labacolla met de pelgrims in een hostal wil slapen? “Tja, wat denk jij? Ik ga mee naar het hotel natuurlijk!!!” We nemen afscheid van Jurgen en Henning en lopen naar de huurauto. Ik kan het nog steeds niet bevatten. Erika. Mijn Erika. Hier. Alleen, zonder de KiDS. In Spanje. Ongelooflijk…

Maar ook… Mijn Camino is nu ten einde. De laatste dag is nu. Een dag eerder. De realiteit begint nu. Geen tijd meer om voor te bereiden op dat wat komen gaat. Het is er al… Mijn Camino is voorbij!

Ik moet echt even schakelen. Op een bepaalde manier voel ik ook teleurstelling. Ik wilde deze tocht alleen lopen. En na al die weken wilde ik het ook alleen afsluiten. Ik had nog niet bedacht hoe ik straks weer terug kan naar de mogelijke“afhankelijkheid”, hoe ik weerstand kan bieden aan “de kleuter van vier”!

Maar het overheersende gevoel is dat ik enorm blij ben om Erika weer te zien, te voelen, te ruiken, enz., Eindelijk! Niks is meer belangrijk. Alleen wij. We zijn weer samen. Echt samen. Het gevoel is overweldigend. Het is alsof we elkaar opnieuw “zien”. De hotelkamer maakt het plaatje compleet “Tito is (te) gek!”. Al mijn gedachtes over de “Gucci-camino”neem ik direct terug!

Het duurt zeker een uur of twee voor ik weer een beetje op aarde terugkeer. Erika is in Spanje en de KiDS zijn bij Tito in Nederland. We hebben twee dagen hier in Santiago voor ons zelf en dan vliegen we terug. Erika, de hotelkamer, Santiago, mijn hart, mijn hoofd. Alles voelt goed. Alles klopt! We hebben een geweldige avond!

De cirkel is rond… 22 mei 2001, precies tien jaar geleden kwam ik na het ongeluk thuis. Bij Erika. En dat is precies wat nu weer gebeurt. Vandaag kom ik weer “thuis” bij Erika!

Morgen lopen we de laatste tien kilometers samen. Samen sluiten we de Camino de Santiago hier af.

"De ware Camino begint als je thuis komt!” vertelde Angel mij een paar dagen geleden. Vol twijfel, vragen, onzekerheden, maar met rust in mijn hoofd, vol liefde en vertrouwen en SAMEN zullen we eenmaal in Nederland onze eerste stappen op die ware Camino zetten. Onze Camino!


* Lees ook Erika’s versie

3 Comments
<<Previous

    José

    Sinds 2001 'geniet' ik van Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

    Archives

    November 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Mei 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Oktober 2010

    Categories

    Alles

    RSS-feed

    Volg mij ook op twitter:

    @nahgenieter

Powered by Create your own unique website with customizable templates.