Vandaag noodgedwongen in Burgos. Maar moet wel vroeg uit de veren, want moet net als ieder ander de herberg om acht uur verlaten. Om twaalf mag ik me dan weer melden. De rugzak mag ik wel binnen laten liggen. Ik pak een aantal spullen in een plasticzak en ga naar buiten. En nu?
Het is vroeg, dus ik ga eerst maar opzoek naar een plek om te ontbijten. Niet te ver van de herberg, want elke stap doet pijn. Gelukkig heb ik de kathedraal gisteren al gezien. Ik kan vandaag dus gewoon niets doen. Op een goed plekje de stad aan me voorbij zien trekken.
Na het ontbijt heb ik een prima plekje gevonden in een soort van parkje midden in de stad. Alles is nog dicht, maar langzaam komt de stad tot leven. De schoonmakers en stratenvegers komen langs, scholieren op weg naar school, een aantal mannen strak in pak, dames met hun hondjes – nog even snel uitlaten voor ze naar hun werk gaan (of naar de minnaar) – tja, je weet het niet. Allerlei verhalen kun je over al die mensen verzinnen. Waarschijnlijk nog niet eens zo interessant als hun ware geschiedenis.
Dat heb ik inmiddels wel begrepen van de Camino. Er zijn veel, heel veel mensen die op een of andere manier met deze tocht een periode willen afsluiten en/of een nieuw willen starten. De verhalen zijn soms zo ingrijpend en aangrijpend dat het duidelijk is dat we allemaal onze weg te gaan hebben. In dat opzicht is deze Camino niet anders dan het “echte” leven. En net als in dat leven kom je verder stap voor stap. De een snel, de ander niet. De een zonder pijn, de ander met blaren of Tendinitis(!). Maar iedereen komt verder. Stap voor stap.
Ik heb vanmorgen van een aantal afscheid genomen. De meesten lopen door, anderen moeten vanwege andere verplichtingen weer terug naar hun “ander leven”. Bij binnenkomst in de herberg ontmoet ik al weer een aantal oude bekenden en nieuwe gezichten, met opnieuw dat gezamenlijke gevoel van de Camino.
’s Avonds eet ik met een nieuwe bekende. Het blijkt al snel dat we niet veel gemeen hebben, maar toch gaat de tijd snel en lopen we na een kort rondje in het centrum terug naar de herberg.
Bij terugkomst in de herberg denkt een van de herbergiers ongelooflijk grappig te zijn. Ik loop behoorlijk makkelijk de trap op, alleen bij vlak of dalen doet mijn been pijn. Hij ziet mij gemakkelijk omhoog komen, dan een beetje manklopen vlak voor de herberg en meent daar iets over te moeten zeggen… Ik dacht het niet! Ik ben al geen fan van deze gasten, ik kreeg vandaag een van de meest vervelende plekken in de herberg toegewezen (onder het motto het gaat op volgorde van binnenkomst), dus ik negeer de “sukkel” en loop hem “per ongeluk” bijna van de sokken in de deuropening.
Gisteren werd ik ook al gedwongen om een kilometer of wat naar de eerste hulp te strompelen, terwijl (hoorde ik vandaag) een andere “pelgrim”, omdat hij een nieuwe rugzak wilde kopen in Burgos, gewoon twee nachten mocht blijven!
Ik weet niet hoe het morgen gaat met mijn been, maar hier blijf ik in ieder geval niet.
Tendinitis of niet. Ik loop door!
Het is vroeg, dus ik ga eerst maar opzoek naar een plek om te ontbijten. Niet te ver van de herberg, want elke stap doet pijn. Gelukkig heb ik de kathedraal gisteren al gezien. Ik kan vandaag dus gewoon niets doen. Op een goed plekje de stad aan me voorbij zien trekken.
Na het ontbijt heb ik een prima plekje gevonden in een soort van parkje midden in de stad. Alles is nog dicht, maar langzaam komt de stad tot leven. De schoonmakers en stratenvegers komen langs, scholieren op weg naar school, een aantal mannen strak in pak, dames met hun hondjes – nog even snel uitlaten voor ze naar hun werk gaan (of naar de minnaar) – tja, je weet het niet. Allerlei verhalen kun je over al die mensen verzinnen. Waarschijnlijk nog niet eens zo interessant als hun ware geschiedenis.
Dat heb ik inmiddels wel begrepen van de Camino. Er zijn veel, heel veel mensen die op een of andere manier met deze tocht een periode willen afsluiten en/of een nieuw willen starten. De verhalen zijn soms zo ingrijpend en aangrijpend dat het duidelijk is dat we allemaal onze weg te gaan hebben. In dat opzicht is deze Camino niet anders dan het “echte” leven. En net als in dat leven kom je verder stap voor stap. De een snel, de ander niet. De een zonder pijn, de ander met blaren of Tendinitis(!). Maar iedereen komt verder. Stap voor stap.
Ik heb vanmorgen van een aantal afscheid genomen. De meesten lopen door, anderen moeten vanwege andere verplichtingen weer terug naar hun “ander leven”. Bij binnenkomst in de herberg ontmoet ik al weer een aantal oude bekenden en nieuwe gezichten, met opnieuw dat gezamenlijke gevoel van de Camino.
’s Avonds eet ik met een nieuwe bekende. Het blijkt al snel dat we niet veel gemeen hebben, maar toch gaat de tijd snel en lopen we na een kort rondje in het centrum terug naar de herberg.
Bij terugkomst in de herberg denkt een van de herbergiers ongelooflijk grappig te zijn. Ik loop behoorlijk makkelijk de trap op, alleen bij vlak of dalen doet mijn been pijn. Hij ziet mij gemakkelijk omhoog komen, dan een beetje manklopen vlak voor de herberg en meent daar iets over te moeten zeggen… Ik dacht het niet! Ik ben al geen fan van deze gasten, ik kreeg vandaag een van de meest vervelende plekken in de herberg toegewezen (onder het motto het gaat op volgorde van binnenkomst), dus ik negeer de “sukkel” en loop hem “per ongeluk” bijna van de sokken in de deuropening.
Gisteren werd ik ook al gedwongen om een kilometer of wat naar de eerste hulp te strompelen, terwijl (hoorde ik vandaag) een andere “pelgrim”, omdat hij een nieuwe rugzak wilde kopen in Burgos, gewoon twee nachten mocht blijven!
Ik weet niet hoe het morgen gaat met mijn been, maar hier blijf ik in ieder geval niet.
Tendinitis of niet. Ik loop door!