HierNAH
  • Home
  • Nahvertellen
    • Nahgenieter - José
    • Nahpartner - Erika
    • Nahgeslacht - Kanoa
    • Nahgeslacht - Dyaluna
    • Nahgeslacht - Sueña
  • Ervaringsdeskundigheid
  • Nahder bekeken
    • NAH- links
  • Caminahr
    • Wat?
    • Waar?
    • Waarom?
    • Nahvrienden >
      • Nahcompetitie >
        • Fotos 1
        • Fotos 2
        • Fotos 3
        • Fotos 4
        • Films
      • Veiling
      • Radio/TV
  • Gastenboek
  • Meer...
    • Contact
    • NAHslag

Dag 20 - Trou de Cul

5/9/2011

1 Comment

 
Het is vroeg vandaag. Ik heb niet best geslapen en voel me een beetje (?!) down. Terwijl ik wacht tot de deur wordt open gedaan, probeer ik zoveel mogelijk mensen te ontwijken. Ik heb vandaag geen zin in “gezelschap”. Terwijl de anderen op weg gaan, kijk ik of ik eerst een ontbijtje kan scoren. Het restaurant van gisteren serveert ontbijt vanaf half zeven. Ik ga zitten en
bestel het volledige ontbijt. Café con leche, zumo de naranja en tostadas. Er zitten nog een aantal mensen in de zaak. De bediening wordt gedaan door één persoon. Gaat prima tot onze twaalf Franse “vrienden” met veel poeha hun plekje vinden.

Ik kijk een aantal minuten aan hoe de Fransen op hun wenken worden bediend en de overige gasten niet meer in beeld zijn. Als de ober de Fransen hun tostadas wil geven, kan ik niet meer en roep of ik mijn tostadas ook nog krijg. Na mij is een dame binnengekomen, nog voor de Fransen, maar bij haar is hij nog helemaal niet geweest. Met een sacherijnig hoofd brengt de ober mijn tostadas en uiteraard bedank ik hem vriendelijk. Hij snelt weer richting Frankrijk. De dame loopt boos de zaak uit. Meneer heeft niets gezien. En dus roep ik: “Zeg, vind je dit normaal? Er zitten hier nog meer mensen. Je bent alleen maar met Frankrijk bezig. Er is al iemand weggelopen.” “Ja ik ben toch bezig. Wat wil je dat ik doe?” “Nou, gewoon je gasten bedienen. Al je gasten!” Dat belooft wat voor vandaag…

Ik loop na mijn ontbijt weg en loop door de achtergelaten zooi van het feest het dorp uit. De meesten lopen vandaag naar Terradillos de los Templarios. ik hoop dat mijn been het volhoudt.

Als ik tijdens een pauze mijn appeltje aan het schillen ben, kom ik in gesprek met een Canadese. Dit is haar tweede dag en dat is ook wel te zien. Ze is spier wit, op verbrande schouders na, en heeft allerlei spullen los aan haar rugzak hangen. Ze loopt ook erg ongelukkig. Tendenitis! Ik biedt haar mijn Ibuprofen 600mg en de crème aan en na enige aarzeling neemt ze het aan. Ze stelt ongelooflijk veel vragen en ik besluit om door te lopen… Of ze mee mag lopen. "Natuurlijk”, lieg ik.

Het is warm en ik ben moe. En niet alleen van het lopen. Ik ben dan ook erg blij om ergens op een terrasje een colaatje te kunnen nemen. “Misschien loopt de Canadese dan wel door.” Ook zij besluit om een colaatje te nemen. Schoenen gaan uit. Crème weer op mijn been en dat van haar en terwijl we daar zo zitten komen de twee “verliefden” van gisteravond weer aan een tafel tegenover mij zitten. Mooie meid, zie ik nu. Ik denk automatisch aan Juan ;-) en begin zachtjes te fluiten. “Dat krijg ik niet meer uit mijn hoofd!”, hoor ik haar zeggen terwijl ze mijn kant uit kijkt. “gisteravond deed je dat ook. Ik heb de hele tijd jouw liedje in mijn hoofd gehad."

"Nee, dit is niet mijn vriendin.” En ook zij zijn geen stel. Ze hebben elkaar tijdens de Camino leren kennen en besloten samen te lopen. Hij is Belg en zij is Canadese… We vertrekken na een kort gesprekje met zijn vieren richting Terradillos. De Belg is geweldig. Mooi mens. De Canadese geeft gelukkig tegenwicht aan alle andere Canadezen die ik op de Camino ben tegen gekomen. Mooi, vlot, energiek, wijs, vrolijk en zo gek als een deur.

In Terradillos aangekomen zie ik weer de oude club en zij waarschuwen me dat het vol zit. Een van hen – Alix, een Française die goed Spaans spreekt - laat aan duidelijkheid niets over: “Los maricones Franceses!”. De Fransen blijken hier de “truc” succesvol te hebben uitgevoerd. Toch maar even vragen binnen. Helaas, geen plek. We besluiten met zijn vieren om verder te lopen. Het volgend dorp ligt drie kilometer verderop en de herberg daar heeft wel plek, volgens de herbergier hier.

De drie laatste kilometers lijken er wel tien te zijn. Zal ook wel iets psychisch zijn. Eenmaal aangekomen zijn we de pijn en de teleurstelling snel vergeten. We worden verwelkomt door een vrolijke Italiaanse charmeur. De sfeer is geweldig. We zoeken een bed uit, we douchen en zitten in de zon in de tuin. De koude Corona doet de rest!

De Belg sms’t naar huis en ik vraag de Hospitalero of er misschien internet is. De openbare PC komt morgen. Wifi is er wel, maar de code heeft hij niet. Als het goed is komt later nog iemand die het wel zou kunnen hebben. Afwachten dus. In mijn ooghoek zie ik een gebocheld oud vrouwtje uit de douches komen strompelen. Als ik haar kant op kijk, zie ik tot mijn grote verbazing dat het de jonge Canadese is. Ik krijg de slappe lach en samen met de Belg, de andere Canadese en uiteindelijk ook de andere gasten lachen we haar uit en toe. Met wandelschoenen loopt ze in een moordend tempo, maar haar voeten zijn zodanig stuk, dat eenmaal de schoenen uit de blaren haar geen andere mogelijkheid geven dan als een oud dametje rond te strompelen.

Ze doet me denken aan Erika. Ze is open, praat met iedereen, ze weet wat ze wil en ze heeft een positieve vrolijke kijk op mensen en de wereld. Het eten laat nog even op zich wachten, maar zij krijgt van de hospitalero twee boterhammen met Nutella omdat ze daar zo van houdt. (Erika kreeg in de bus naar Hengelo gratis knipbeurten aangeboden). Prachtig.

De dames hebben zin in een spelletje. De Belg kijkt me glimlachend aan… Een kaartspelletje... Natuurlijk!
De Belg is elke keer de pineut of zoals het spel heet de “Trou de cul” (frans voor “Asshole”).

We moeten aan tafel. We zijn met een select gezelschap. Naast ons vijven zijn er nog een viertal vrienden uit Altura (hebben hun eigen sterkedrank, brood, olijfolie, enz. bij zich), een jonge Italiaan en twee oudere dames uit Denemarken en Zuid-Afrika. De rol van tolk/vertaler deel ik vanavond met de Canadese (die ook behoorlijk Spaans spreekt), die uiteraard weer iets
cadeau krijgt. Dit keer de eigengemaakte olijfolie uit Altura.

De tijd vliegt voorbij en na het eten lijkt de pipo van de wifi-code niet meer te komen. Ik hoop op begrip van Erika en stuur een sms dat Skype niet meer gaat lukken. Eerlijk gezegd vind ik het ook prima zo en laat het vervolggesprek graag voor de volgende dag. Vandaag onbekommerd genoten. Later in bed heb ik toch een beetje een dubbel gevoel: Ik voel me goed, maar ook een beetje een “Trou de cul”.

1 Comment
Tony
1/9/2012 05:14:34 am

Hola José,

voor 2012 de beste wensen voor jou en je familie !
Ik heb met veel plezier tot nu toe enkel "dag 20 Trou de cul" gelezen. De rest volgt nog, nu ik jouw website ken. Heel interesant, vond het ook wel jammer dat ik je niet meer gezien heb.
Ik ben 21 Mei in Santiago aangekomen, Karine 22 Mei, daarna nog naar Fistera geweest waar Karine 21 werd. Ik heb nog één foto waar wij opstaan met de 2 Canadezen. Tot later José, Groetjes Tony de belg ;-)

Reply



Leave a Reply.

    José

    Sinds 2001 'geniet' ik van Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

    Archives

    November 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Mei 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Oktober 2010

    Categories

    Alles

    RSS-feed

    Volg mij ook op twitter:

    @nahgenieter

Powered by Create your own unique website with customizable templates.