Gisteravond hebben we afgesproken om vandaag naar O Cebreiro te lopen. Anders dan de gidsen die deze etappe, in verband met de heftige klim aan het eind, in tweeën delen. Vandaag lopen we naar Galicia. Voor de tweede keer in mijn leven naar het deel van Spanje waar mijn moeder vandaan komt. Back to my roots dus. En de provincie van Santiago de Compostela. Het einde nadert. En daarmee ook het moment dat ik weer terug kan naar de belangrijkste mensen in mijn leven. Terug naar de realiteit. Terug ook naar de briefjes, piepjes en de (controle)vraagjes. Nog maar even niet aan denken…
De etappe begint vrij vlak. Lange stukken naast de nationale weg lopen. Er zijn wel een aantal alternatieve stukken, maar een aantal zijn blijkbaar zo alternatief dat ze door velen gemist worden. De meesten lopen net als wij langs de weg. Het is vandaag voor het eerst dat ik me bij de wandelvierdaagse waan. Veel, te veel, pelgrims op dezelfde weg. Gelukkig hebben we een behoorlijk tempo en lopen we al snel voor de menigte uit. Die zien we dan wel weer voorbij komen bij een “Rule nr. 1”.
Zo ook bij een restaurant in Vega de Valcarce. Het is vanaf hier nog 12 kilometer alleen maar omhoog, dus tijd voor een “stevige” Ensalada mixta. Terwijl ik aan een groep Fransen weer eens uitleg dat hij niet mijn vader is, maar een “bijzondere” vriend die ik op de Camino heb leren kennen. Wordt hij door de bediening terug geschreeuwd! “Hé, Hé, je mag hier niet naar de wc!” Hij loopt ongestoord door en gaat toch. Dan blijkt het een ‘misverstand’. Blijkbaar mag je alleen van de wc gebruik maken als je ook consumeert. Het moet niet gekker worden!
Alle waarschuwingen van gidsen en mede-pelgrims blijken, althans voor mij, zwaar overdreven. De klim is heftig. Dat klopt, maar ik vind het heerlijk. Het is warm, de bergen zijn weer geweldig, de uitzichten onbeschrijfelijk en mijn benen zijn het met me eens. Die gaan als de brandweer. In La Faba stoppen veel pelgrims om de volgende dag de heftigste klim van de Camino te nemen naar O Cebreiro. Ik stop daar ook, maar alleen om te wachten op mijn Deense vriend.
Datzelfde doe ik ook weer in La Laguna. Terwijl ik voor de bar op het terras van mijn cola met ijs geniet, komen er ineens een aantal koeien en stieren langs. Ik moet direct denken aan mijn eerste keer in Galicia. Toen renden we als bezetenen snel weg van die grote gevaarlijke beesten met horens. En ik moet zeggen dat ik ook nu niet echt relaxt op het terrasje zit. Uiteraard wel even op camera (voor de KiDS) en hopelijk lopen ze snel verder! Ik kan me niet voorstellen dat dat ooit in Nederland zou
gebeuren. Met zulke enorme beesten dwars door dorp of stad langs allerlei terrasjes.
Na dit huiveringwekkend avontuur lopen we verder. We passeren een stenenmonument dat de pelgrim verwelkomt in Galicia. Jammer dat weer allerlei idioten hun onzin er op hebben lopen kalken, maar het gevoel wordt er niet anders van… Een beetje thuis!
Drijfnat (van de gedane arbeid) lopen we het dorp in. We zien allemaal touringcars, toeristen, en dagjesmensen. Een trekpleister. Ik begrijp het wel. Als je in het dorpje rondloopt, en de toeristen een beetje uit het beeld denkt, lijkt te tijd honderden jaren te hebben stilgestaan. En het uitzicht is werkelijk fenomenaal!
Zelfs de ijskoude douche in de herberg kan mijn humeur niet verpesten. Dus ook nu iemand naar mij toekomt met de stelling dat de Guardia Civil opzoek is naar mijn vriend, kan ik niet anders dan in de lach schieten. Hij blijkt serieus te zijn en ook anderen komen naar me toe met dezelfde mededeling. “Tja, hoe goed ken ik hem eigenlijk?”
De Guardia Civil heeft zowel in de herberg als in cafés in het dorp navraag gedaan naar mijn“vriend”. “Ze hadden een paspoort bij zich en de man op de foto is jouw vriend”. “Hij heeft net zijn paspoort laten zien aan de dame hier achter de balie, dus ik denk dat het niet zijn paspoort is. Maar ja, misschien is het wel een crimineel met wel twintig paspoorten. Weten wij veel.” Ze kunnen niet echt lachen om mijn geintjes en zijn er heilig van overtuigd dat het mijn vriend is op de foto. “Hij is nu aan het douchen. Ik zal het zo aan hem vragen, maar of hij dan de waarheid spreekt...”.
Nadat we alle ongeruste pelgrims hebben overtuigd van het feit dat het paspoort niet van de Deen is, maar van een Fin die blijkbaar erg op hem lijkt, gaan we eten. Het eten en de bediening is geweldig, maar er zit in de ruimte een of andere krankzinnige Spaanse christen alles en iedereen te vervloeken. “Geen idee hebben jullie. Geen idee van het waarom. Pelgrims
noemen ze zich. Ze weten niet eens wat dat is. Wat dat inhoudt…” En zo is hij al een tijdje bezig volgens de dames van het restaurant. “Laat hem maar. Hij heeft het eten bijna op. Let maar niet op hem.”
Dan kijkt hij mij recht aan en begint weer: “Jullie weten niet…” Ik onderbreek hem luid en duidelijk: “Zeg, ik heb jou toch niets gevraagd of wel? Kijk mij dus niet aan als je die onzin uitkraamt”. Direct staat de eigenaresse naast me in mijn oor te sissen: “Laat hem alsjeblieft!”. Hij kijkt wijselijk niet meer onze kant op, maar blijft wel zijn gehele maaltijd doorgaan met zijn klaagrede. Uit respect voor de gastvrouw laat ik het maar zo, maar ben wel blij als hij eindelijk na veel beschuldigingen de zaak verlaat om buiten zijn betoog te vervolgen.
Erika heeft groot nieuws! Er is geen internet, laat staan Wifi, dus ze belt mij. We krijgen de mogelijkheid om samen met de kinderen in alle rust (op een geweldige (rustige) locatie) de tijd te nemen om de afgelopen periode op de juiste waarde te schatten en te kijken hoe we ons verdere leven vorm kunnen geven. Ik kan en wil niet meer “zomaar” terug naar de afhankelijkheid van alles en iedereen. Er is wel iets gebeurd tijdens deze Camino en dat heeft een behoorlijke impact op mij en uiteraard ook op Erika en de KiDS en op ons leven. We willen uiteraard samen verder, maar hoe en waar? We weten het
niet…
Antwoorden verwachten we ook niet direct, maar dat we door de hulp en betrokkenheid van mensen om ons heen de mogelijkheid krijgen om daar in alle rust over na te denken, is fantastisch!
Voordat de herberg sluit gaan we met een aantal nog even wat drinken. We zien een geweldige zonsondergang, schieten wat foto’s en toosten: “Op de Camino en op de toekomst!”
De etappe begint vrij vlak. Lange stukken naast de nationale weg lopen. Er zijn wel een aantal alternatieve stukken, maar een aantal zijn blijkbaar zo alternatief dat ze door velen gemist worden. De meesten lopen net als wij langs de weg. Het is vandaag voor het eerst dat ik me bij de wandelvierdaagse waan. Veel, te veel, pelgrims op dezelfde weg. Gelukkig hebben we een behoorlijk tempo en lopen we al snel voor de menigte uit. Die zien we dan wel weer voorbij komen bij een “Rule nr. 1”.
Zo ook bij een restaurant in Vega de Valcarce. Het is vanaf hier nog 12 kilometer alleen maar omhoog, dus tijd voor een “stevige” Ensalada mixta. Terwijl ik aan een groep Fransen weer eens uitleg dat hij niet mijn vader is, maar een “bijzondere” vriend die ik op de Camino heb leren kennen. Wordt hij door de bediening terug geschreeuwd! “Hé, Hé, je mag hier niet naar de wc!” Hij loopt ongestoord door en gaat toch. Dan blijkt het een ‘misverstand’. Blijkbaar mag je alleen van de wc gebruik maken als je ook consumeert. Het moet niet gekker worden!
Alle waarschuwingen van gidsen en mede-pelgrims blijken, althans voor mij, zwaar overdreven. De klim is heftig. Dat klopt, maar ik vind het heerlijk. Het is warm, de bergen zijn weer geweldig, de uitzichten onbeschrijfelijk en mijn benen zijn het met me eens. Die gaan als de brandweer. In La Faba stoppen veel pelgrims om de volgende dag de heftigste klim van de Camino te nemen naar O Cebreiro. Ik stop daar ook, maar alleen om te wachten op mijn Deense vriend.
Datzelfde doe ik ook weer in La Laguna. Terwijl ik voor de bar op het terras van mijn cola met ijs geniet, komen er ineens een aantal koeien en stieren langs. Ik moet direct denken aan mijn eerste keer in Galicia. Toen renden we als bezetenen snel weg van die grote gevaarlijke beesten met horens. En ik moet zeggen dat ik ook nu niet echt relaxt op het terrasje zit. Uiteraard wel even op camera (voor de KiDS) en hopelijk lopen ze snel verder! Ik kan me niet voorstellen dat dat ooit in Nederland zou
gebeuren. Met zulke enorme beesten dwars door dorp of stad langs allerlei terrasjes.
Na dit huiveringwekkend avontuur lopen we verder. We passeren een stenenmonument dat de pelgrim verwelkomt in Galicia. Jammer dat weer allerlei idioten hun onzin er op hebben lopen kalken, maar het gevoel wordt er niet anders van… Een beetje thuis!
Drijfnat (van de gedane arbeid) lopen we het dorp in. We zien allemaal touringcars, toeristen, en dagjesmensen. Een trekpleister. Ik begrijp het wel. Als je in het dorpje rondloopt, en de toeristen een beetje uit het beeld denkt, lijkt te tijd honderden jaren te hebben stilgestaan. En het uitzicht is werkelijk fenomenaal!
Zelfs de ijskoude douche in de herberg kan mijn humeur niet verpesten. Dus ook nu iemand naar mij toekomt met de stelling dat de Guardia Civil opzoek is naar mijn vriend, kan ik niet anders dan in de lach schieten. Hij blijkt serieus te zijn en ook anderen komen naar me toe met dezelfde mededeling. “Tja, hoe goed ken ik hem eigenlijk?”
De Guardia Civil heeft zowel in de herberg als in cafés in het dorp navraag gedaan naar mijn“vriend”. “Ze hadden een paspoort bij zich en de man op de foto is jouw vriend”. “Hij heeft net zijn paspoort laten zien aan de dame hier achter de balie, dus ik denk dat het niet zijn paspoort is. Maar ja, misschien is het wel een crimineel met wel twintig paspoorten. Weten wij veel.” Ze kunnen niet echt lachen om mijn geintjes en zijn er heilig van overtuigd dat het mijn vriend is op de foto. “Hij is nu aan het douchen. Ik zal het zo aan hem vragen, maar of hij dan de waarheid spreekt...”.
Nadat we alle ongeruste pelgrims hebben overtuigd van het feit dat het paspoort niet van de Deen is, maar van een Fin die blijkbaar erg op hem lijkt, gaan we eten. Het eten en de bediening is geweldig, maar er zit in de ruimte een of andere krankzinnige Spaanse christen alles en iedereen te vervloeken. “Geen idee hebben jullie. Geen idee van het waarom. Pelgrims
noemen ze zich. Ze weten niet eens wat dat is. Wat dat inhoudt…” En zo is hij al een tijdje bezig volgens de dames van het restaurant. “Laat hem maar. Hij heeft het eten bijna op. Let maar niet op hem.”
Dan kijkt hij mij recht aan en begint weer: “Jullie weten niet…” Ik onderbreek hem luid en duidelijk: “Zeg, ik heb jou toch niets gevraagd of wel? Kijk mij dus niet aan als je die onzin uitkraamt”. Direct staat de eigenaresse naast me in mijn oor te sissen: “Laat hem alsjeblieft!”. Hij kijkt wijselijk niet meer onze kant op, maar blijft wel zijn gehele maaltijd doorgaan met zijn klaagrede. Uit respect voor de gastvrouw laat ik het maar zo, maar ben wel blij als hij eindelijk na veel beschuldigingen de zaak verlaat om buiten zijn betoog te vervolgen.
Erika heeft groot nieuws! Er is geen internet, laat staan Wifi, dus ze belt mij. We krijgen de mogelijkheid om samen met de kinderen in alle rust (op een geweldige (rustige) locatie) de tijd te nemen om de afgelopen periode op de juiste waarde te schatten en te kijken hoe we ons verdere leven vorm kunnen geven. Ik kan en wil niet meer “zomaar” terug naar de afhankelijkheid van alles en iedereen. Er is wel iets gebeurd tijdens deze Camino en dat heeft een behoorlijke impact op mij en uiteraard ook op Erika en de KiDS en op ons leven. We willen uiteraard samen verder, maar hoe en waar? We weten het
niet…
Antwoorden verwachten we ook niet direct, maar dat we door de hulp en betrokkenheid van mensen om ons heen de mogelijkheid krijgen om daar in alle rust over na te denken, is fantastisch!
Voordat de herberg sluit gaan we met een aantal nog even wat drinken. We zien een geweldige zonsondergang, schieten wat foto’s en toosten: “Op de Camino en op de toekomst!”