Waarom de Pelgrimstocht naar Santiago de Compostela?
Ik kreeg van een goede vriend (zo noemt hij het zelf waarschijnlijk niet, maar hij zit nog in de ontkenningsfase) de tip om op de site (en wellicht voor andere doeleinden) een soort van motivatie te schrijven waarom ik de wandeltocht naar Santiago wil lopen. Daar ben ik nu al een aantal dagen mee aan het stoeien en om een of andere reden lukt het me niet om het op papier te krijgen. Niet omdat ik niet weet waarom ik “wil gaan” (van een zeker iemand mag ik dit niet zeggen en hoor ik “ga” te zeggen), maar omdat het me niet lukt om mijn hoofd er bij te houden. Het is druk op de binnenhoofdse wegen. Meer asfalt komt er niet bij, dus het zal nog wel even zo blijven.
En daarmee heb ik eigenlijk de kern van mijn motivatie te pakken.
Ik wil rust. En dan bedoel ik rust in mijn hoofd. Leeg worden. Resetten.
2001. Nadat ik enkele jaren met veel plezier tussen de, voornamelijk, dames van Adecco mijn tijd had mogen besteden (was ook wel een lekkere afwisseling na al die kerels op de HTS), was ik met een tussensprongetje van een half jaar terecht gekomen bij Orcon in Veenendaal.
1 maart was mijn eerste werkdag en tevens de dag dat we voor het eerst ons nieuwe huis konden bezichtigen. Ik koos toch maar voor het eerste. Hoogzwangere Erika ging daarom samen met mijn vader (en naar later bleek, mijn zoon) kijken en ik enkele dagen later met een goede vriend, die ook toen al in eerdergenoemde fase zat. Zonder “samen” in het huis te zijn geweest besloten we het te kopen. 1 juni sleuteloverdracht.
7 april werd Kanoa geboren. We waren zielsgelukkig (en niet alleen omdat hij er na 36 uur eindelijk uit kwam!). We deden wat we wilden, wilden wat we konden en alles ging ons voor de wind. Door de komst van Kanoa had ik (met enige moeite) besloten om na het lopende seizoen te stoppen met voetballen. Tijdelijk. Na 22 jaar op het voetbalveld (Longa ’30, Tubantia, Real … Oh nee, die niet), waarvan een aantal jaren ook in de zaal (LZV), rond te hebben gehuppeld was het tijd voor verandering…
18 mei 2001, Kanoa was 6 weken, tijdens een nacompetitie wedstrijd van Longa 2 (ik was inmiddels al aan het afbouwen) kreeg ik die verandering en meer.
In gedachten was ik hoogstwaarschijnlijk een geweldige deuk in een pakje boter aan het schieten, maar in plaats daarvan kreeg ik een deuk in mijn hoofd. Zo groot als een ei. Na onderzoek in het ziekenhuis in Winterswijk (op de röntgenfoto was niets te zien! Op de MRI scan bleek mijn oogkas en een deel van mijn schedel boven de wenkbrauw verbrijzeld!!) werd ik de volgende dag overgeplaatst naar Enschede. Ik weet niet of dat komt omdat ik Tukker ben (immers geboren in Enschede) of omdat daar de juiste specialisten werkten.
4 dagen heb ik in het ziekenhuis gelegen en ben vervolgens naar huis gestuurd met wat hoofdpijntabletten. 4 weken later was ik weer langzaam aan het werk. Daar werd ik hartelijk ontvangen. Ik was weer lekker vlot aan het werk en bleek ook nog eens geen Quasimodo te zijn geworden (dat laatste was werkelijk een angst die bij directie leefde). Met knallende koppijn en allerlei andere weggeschoven klachten ging ik weer op weg naar de “top”. Mijn ambitie was er niet minder op geworden en ook onze dromen waren nog net zo levendig van kleur als daarvoor. We waren dan ook weer zielsgelukkig dat we opnieuw een klein Espinolaatje (puur en zonder hazelnoot!) in ons leven mochten ontvangen. Halverwege die zwangerschap, in juni 2002, werd de grote terugslagklep geactiveerd. Leven zou nooit meer hetzelfde zijn.
Anders dan het advies van de Neuroloog: “Je moet er maar mee leren leven”, geloofde ik in de tijdelijkheid van de onmogelijkheden en dat als ik maar mijn best deed, de juiste behandeling vond en op de goede manier omging met de mogelijkheden mijn ambities en dromen alsnog gehaald konden worden. In de jaren die volgden heb ik alles aangepakt dat in mijn mogelijkheden (en in die van mijn omgeving) lag op de weg “terug”. Zowel wat betreft de klachten en beperkingen – enorm veel therapieën in regulier als alternatief circuit – als ook richting werk.
Ik werd in 2003 volledig arbeidsongeschikt verklaard en belandde op 26 juni in de wao. Dat vond ik de tot dan toe meest teleurstellende en vernederendste dag van mijn ‘nieuwe’ leven. Ook dit kon en wilde ik niet accepteren. Ik stortte me op allerlei vriendendiensten en heb zo allerlei nieuwe dingen gedaan, zoals in- en verkoopondersteuning voor een horrenfabrikant, websites bouwen en marktonderzoek, maar ik wilde meer en ben dan ook direct opzoek gegaan naar een geschikte werkplek op de reguliere arbeidsmarkt. Ik vond het en dankzij (lees: ondanks) het uwv kon ik bij de Atag mijn eerste re-integratie stappen zetten (het feit dat mijn moeder daar werkte zal ook wel hebben geholpen). Door reorganisatorische redenen kon ik na een jaar helaas weer uitkijken naar een volgende stap. Niet veel later vroeg Omega mij hen te helpen met wat vertaalwerk (Spaans) en zo rolde ik in een dienstverband waarin ik vanuit huis de Spaanse markt bewerkte en ik zelfs enkele keren voor hen naar Spanje ben geweest (dat ik vervolgens een halfjaar nodig had om daar weer van te herstellen, nam ik op de koop toe). Ondanks de moeite die het me kostte, was ik heilig overtuigd dat het goed zou komen en dat ik hiermee ferme stappen op de weg terug zou maken. Uiteindelijk liep het anders. Ook hier was de reorganisator de reden dat het werk na 3,5 jaar ophield. Ondanks mijn maximale inzet naar ieders tevredenheid en tegen minimale vergoeding werd besloten dat na 3 tijdelijke contracten geen vast dienstverband werd aangegaan. Ik moest er dus maar 3 maanden tussenuit (Lang leve de flexwet!). De wijze waarop een en ander gecommuniceerd werd, het feit dat plotseling mijn onmogelijkheden als risico werd gezien en waarschijnlijk mijn Spaanse trotse roots, deden mij besluiten uit te zien naar een andere werkgever. Opnieuw.
Depressies en opklaringen volgden elkaar in al die jaren in een golfbeweging op, zowel in de lucht als in mijn hoofd. Diepe dalen, enorme piek bij de geboorte van ons derde wondertje, depressies, (zakelijke) successen, “het” weer niet zien zitten, enz. Ondertussen werden we geconfronteerd met het keiharde verlies van een goede vriendin aan borstkanker. Opgeven was voor mij dus geen optie, hoe aantrekkelijk sommige bomer er ook uit konden zien.
Bij Pfixx kreeg ik, alweer via mijn netwerk, opnieuw een kans op de ‘juiste’ stappen. Ook hier liep ik opnieuw tegen beperkingen, verwachtingen, illusies en muren. Omdat ik dit al meerdere keren had beleefd, besloot ik te stoppen en mijn eigen zaak te starten. Het leek de enige juiste en beste stap. Hiermee kwamen ook oude ambities en dromen dichterbij en zelfs mijn idealistische gedachten kon ik hierbij in de praktijk brengen. Ik beleefde een vliegende start en merkte al snel dat het te snel ging. Ik kon mijn eigen succes niet bijhouden en de steken die ik onbewust liet vallen ook niet meer camoufleren. Ka u thee! Het gaat niet!
Bij een lezing tijdens het NAH-café (ergens tussen al die intake gesprekken en therapieën van de afgelopen jaren was uiteindelijk de diagnose gesteld: Niet Aangeboren Hersenletsel) sprak Hans van Dam over NAH en met name over de onzichtbare gevolgen ervan. Eindelijk na negen jaar hoorde ik iemand mijn verhaal vertellen. Bij elk praktijkvoorbeeld die hij beschreef kwamen bij mij allerlei flashbacks boven van situaties en ervaringen waardoor ik toen voor het eerst besefte wat er werkelijk met me aan de hand is. Eindelijk ging het licht aan. Eindelijk duidelijkheid. Ik ben niet gek. Ik denk NAH!!!
Na negen jaar niet meer vechten tegen NAH, maar de eerste stappen richting leven met NAH!
En daarmee heb ik eigenlijk de kern van mijn motivatie te pakken.
Ik wil rust. En dan bedoel ik rust in mijn hoofd. Leeg worden. Resetten.
2001. Nadat ik enkele jaren met veel plezier tussen de, voornamelijk, dames van Adecco mijn tijd had mogen besteden (was ook wel een lekkere afwisseling na al die kerels op de HTS), was ik met een tussensprongetje van een half jaar terecht gekomen bij Orcon in Veenendaal.
1 maart was mijn eerste werkdag en tevens de dag dat we voor het eerst ons nieuwe huis konden bezichtigen. Ik koos toch maar voor het eerste. Hoogzwangere Erika ging daarom samen met mijn vader (en naar later bleek, mijn zoon) kijken en ik enkele dagen later met een goede vriend, die ook toen al in eerdergenoemde fase zat. Zonder “samen” in het huis te zijn geweest besloten we het te kopen. 1 juni sleuteloverdracht.
7 april werd Kanoa geboren. We waren zielsgelukkig (en niet alleen omdat hij er na 36 uur eindelijk uit kwam!). We deden wat we wilden, wilden wat we konden en alles ging ons voor de wind. Door de komst van Kanoa had ik (met enige moeite) besloten om na het lopende seizoen te stoppen met voetballen. Tijdelijk. Na 22 jaar op het voetbalveld (Longa ’30, Tubantia, Real … Oh nee, die niet), waarvan een aantal jaren ook in de zaal (LZV), rond te hebben gehuppeld was het tijd voor verandering…
18 mei 2001, Kanoa was 6 weken, tijdens een nacompetitie wedstrijd van Longa 2 (ik was inmiddels al aan het afbouwen) kreeg ik die verandering en meer.
In gedachten was ik hoogstwaarschijnlijk een geweldige deuk in een pakje boter aan het schieten, maar in plaats daarvan kreeg ik een deuk in mijn hoofd. Zo groot als een ei. Na onderzoek in het ziekenhuis in Winterswijk (op de röntgenfoto was niets te zien! Op de MRI scan bleek mijn oogkas en een deel van mijn schedel boven de wenkbrauw verbrijzeld!!) werd ik de volgende dag overgeplaatst naar Enschede. Ik weet niet of dat komt omdat ik Tukker ben (immers geboren in Enschede) of omdat daar de juiste specialisten werkten.
4 dagen heb ik in het ziekenhuis gelegen en ben vervolgens naar huis gestuurd met wat hoofdpijntabletten. 4 weken later was ik weer langzaam aan het werk. Daar werd ik hartelijk ontvangen. Ik was weer lekker vlot aan het werk en bleek ook nog eens geen Quasimodo te zijn geworden (dat laatste was werkelijk een angst die bij directie leefde). Met knallende koppijn en allerlei andere weggeschoven klachten ging ik weer op weg naar de “top”. Mijn ambitie was er niet minder op geworden en ook onze dromen waren nog net zo levendig van kleur als daarvoor. We waren dan ook weer zielsgelukkig dat we opnieuw een klein Espinolaatje (puur en zonder hazelnoot!) in ons leven mochten ontvangen. Halverwege die zwangerschap, in juni 2002, werd de grote terugslagklep geactiveerd. Leven zou nooit meer hetzelfde zijn.
Anders dan het advies van de Neuroloog: “Je moet er maar mee leren leven”, geloofde ik in de tijdelijkheid van de onmogelijkheden en dat als ik maar mijn best deed, de juiste behandeling vond en op de goede manier omging met de mogelijkheden mijn ambities en dromen alsnog gehaald konden worden. In de jaren die volgden heb ik alles aangepakt dat in mijn mogelijkheden (en in die van mijn omgeving) lag op de weg “terug”. Zowel wat betreft de klachten en beperkingen – enorm veel therapieën in regulier als alternatief circuit – als ook richting werk.
Ik werd in 2003 volledig arbeidsongeschikt verklaard en belandde op 26 juni in de wao. Dat vond ik de tot dan toe meest teleurstellende en vernederendste dag van mijn ‘nieuwe’ leven. Ook dit kon en wilde ik niet accepteren. Ik stortte me op allerlei vriendendiensten en heb zo allerlei nieuwe dingen gedaan, zoals in- en verkoopondersteuning voor een horrenfabrikant, websites bouwen en marktonderzoek, maar ik wilde meer en ben dan ook direct opzoek gegaan naar een geschikte werkplek op de reguliere arbeidsmarkt. Ik vond het en dankzij (lees: ondanks) het uwv kon ik bij de Atag mijn eerste re-integratie stappen zetten (het feit dat mijn moeder daar werkte zal ook wel hebben geholpen). Door reorganisatorische redenen kon ik na een jaar helaas weer uitkijken naar een volgende stap. Niet veel later vroeg Omega mij hen te helpen met wat vertaalwerk (Spaans) en zo rolde ik in een dienstverband waarin ik vanuit huis de Spaanse markt bewerkte en ik zelfs enkele keren voor hen naar Spanje ben geweest (dat ik vervolgens een halfjaar nodig had om daar weer van te herstellen, nam ik op de koop toe). Ondanks de moeite die het me kostte, was ik heilig overtuigd dat het goed zou komen en dat ik hiermee ferme stappen op de weg terug zou maken. Uiteindelijk liep het anders. Ook hier was de reorganisator de reden dat het werk na 3,5 jaar ophield. Ondanks mijn maximale inzet naar ieders tevredenheid en tegen minimale vergoeding werd besloten dat na 3 tijdelijke contracten geen vast dienstverband werd aangegaan. Ik moest er dus maar 3 maanden tussenuit (Lang leve de flexwet!). De wijze waarop een en ander gecommuniceerd werd, het feit dat plotseling mijn onmogelijkheden als risico werd gezien en waarschijnlijk mijn Spaanse trotse roots, deden mij besluiten uit te zien naar een andere werkgever. Opnieuw.
Depressies en opklaringen volgden elkaar in al die jaren in een golfbeweging op, zowel in de lucht als in mijn hoofd. Diepe dalen, enorme piek bij de geboorte van ons derde wondertje, depressies, (zakelijke) successen, “het” weer niet zien zitten, enz. Ondertussen werden we geconfronteerd met het keiharde verlies van een goede vriendin aan borstkanker. Opgeven was voor mij dus geen optie, hoe aantrekkelijk sommige bomer er ook uit konden zien.
Bij Pfixx kreeg ik, alweer via mijn netwerk, opnieuw een kans op de ‘juiste’ stappen. Ook hier liep ik opnieuw tegen beperkingen, verwachtingen, illusies en muren. Omdat ik dit al meerdere keren had beleefd, besloot ik te stoppen en mijn eigen zaak te starten. Het leek de enige juiste en beste stap. Hiermee kwamen ook oude ambities en dromen dichterbij en zelfs mijn idealistische gedachten kon ik hierbij in de praktijk brengen. Ik beleefde een vliegende start en merkte al snel dat het te snel ging. Ik kon mijn eigen succes niet bijhouden en de steken die ik onbewust liet vallen ook niet meer camoufleren. Ka u thee! Het gaat niet!
Bij een lezing tijdens het NAH-café (ergens tussen al die intake gesprekken en therapieën van de afgelopen jaren was uiteindelijk de diagnose gesteld: Niet Aangeboren Hersenletsel) sprak Hans van Dam over NAH en met name over de onzichtbare gevolgen ervan. Eindelijk na negen jaar hoorde ik iemand mijn verhaal vertellen. Bij elk praktijkvoorbeeld die hij beschreef kwamen bij mij allerlei flashbacks boven van situaties en ervaringen waardoor ik toen voor het eerst besefte wat er werkelijk met me aan de hand is. Eindelijk ging het licht aan. Eindelijk duidelijkheid. Ik ben niet gek. Ik denk NAH!!!
Na negen jaar niet meer vechten tegen NAH, maar de eerste stappen richting leven met NAH!